Bijna alle jonge kinderen krijgen wel eens een driftbui of woede-uitbarsting. Ze werpen zichzelf op de grond, gaan met spullen gooien, gaan heel hard huilen of slaan om zich heen. Dit is heel normaal. Driftbuien horen bij de ontwikkeling van jonge kinderen. Als je kind regelmatig ‘ontploft’, kan het nuttig zijn om een tijdje wat meer aandacht aan de emotieregulatie van je kind te besteden.
Emotieregulatie
Emotieregulatie gaat om het adequaat omgaan met je emoties. Dus op een goede, passende manier je emoties kunnen uiten. Het gaat dus niet om het onderdrukken of wegduwen van emoties. Emotieregulatie is een ontzettend belangrijke vaardigheid die grote invloed heeft op je (mentale) gezondheid en je relaties met anderen. Jonge kinderen kunnen hun emoties nog niet goed reguleren. Dit komt onder andere doordat hun zenuwstelsel nog onvoldoende gerijpt is en ze nog niet ver genoeg zijn in hun cognitieve ontwikkeling en taalontwikkeling. Hoewel het dus heel normaal is dat je peuter regelmatig een driftbui heeft of begint te schreeuwen als het niet lukt om een hoge toren te bouwen, kun je je kind van kleins af aan al een beetje ondersteunen bij het leren reguleren van zijn emoties.
Emotiebewustzijn
De eerste stap van emotieregulatie is emotiebewustzijn. Emotiebewustzijn is het herkennen van de eigen emoties en die van anderen. Hieronder vind je 5 tips om je kind hierbij te helpen:
- Benoem regelmatig welk gevoel je waarneemt bij je kind. “Ach, daar word je wel heel verdrietig/boos/gefrustreerd/blij/bang van he?” Geef ook aan hoe je dit bij je kind ziet. “Je moet ervan huilen.” of “Je maakt zelfs vuisten met je handen.”
- Benoem je eigen emoties. “Oei, ik merk dat ik behoorlijk gefrustreerd raak van het feit dat ik de rits niet dicht krijg. Ik krijg het er warm van.”
- Probeer samen de emoties van personages uit boekjes, foto’s en filmpjes te achterhalen. De boeken “Hoe voel jij je?” en “Het kleurenmonster” zijn leuke, goede hulpmiddelen.
- Praat samen over emoties. vertel je kind dat je nu misschien extra gefrustreerd bent over die rits, omdat je haast hebt. Laat je kind inzien dat hij extra verdrietig is om zijn omgevallen toren, omdat hij moe is na een lange dag op het kinderdagverblijf.
- Oefen samen met het inschatten van de intensiteit van de emotie. “Ben je een klein beetje boos? Of ben je super boos?” “Ik ben een klein beetje verdrietig over het gat in mijn broek. Ik vind het niet super erg, omdat het een oude broek is.”
Geef je kind bovenal mee dat alle emoties oké zijn. Niet alle uitingen zijn oké, maar je mag wel alle emoties voelen en ervaren.
De thermometer of het stoplicht
Vanaf een jaar of 4 is de thermometer (of het stoplicht) een mooie tool om je kind (en jezelf) te helpen bij de emotieregulatie. Het helpt zowel je kind als jou als ouder herkennen wanneer de spanning bij je kind oploopt en het helpt voorkomen dat de bom barst.
Zo werkt het: print de onderstaande afbeeldingen uit uit. Op het A4’tje met “Wat merk je” schrijf je bij iedere kleur op hoe jullie merken dat je kind ontspannen (groen) is, gespannen (oranje) is of op ontploffen staat (rood). Denk hierbij aan stemvolume, bewegingen, gezichtsuitdrukking, spierspanning, spel etc. Op het A4’tje met “Wat kun je doen” schrijven jullie vervolgens op wat helpt om weer te kalmeren. Bij oranje helpt het misschien om even een glaasje te drinken of om samen te stoeien, terwijl je kind in rood misschien wil brullen als een leeuw of hard tegen de muur wil duwen.
Het is helemaal niet erg als je het lastig vindt om de stoplichten in te vullen. Ze hoeven ook niet in 1x af. Kijk goed naar je kind en vul of pas de stoplichten af en toe aan.
Ontplof jij zelf ook wel eens? Maar deze stoplichten/thermometers dan ook gerust voor jezelf!
Ga je liever samen met mij aan de slag met de emotieregulatie of lastig gedrag van je kind? Kijk dan eens op mijn pagina over 1-op-1 coaching.